Volg ons op facebook
Vierentwintigste zondag door het jaar C
Aandacht voor wie verloren leek
Hoe verschil je van je broer of zus?
Ga met de kinderen rond een flap-over of een whiteboard zitten. Vertel de kinderen dat het vandaag gaat om een vader (teken een rondje bovenaan de bladzijde) en zijn twee zoons (teken nog twee rondjes op dezelfde hoogte)
Vraag de kinderen of twee broers of twee zussen of een broer en een zus altijd op elkaar lijken.
Laat ze de verschillen benoemen tussen henzelf en hun broer of zus zonder dat het ontaardt in oordelen over wat betere eigenschappen zijn.
Wie geen broer of zus heeft, kan denken aan de verschillen tussen een oom of tante en een van de ouders.
Vertel dan het verhaal van de verloren zoon.