Volg ons op facebook
Zesde zondag door het jaar C
Ben je gelukkig? Of ongelukkig?
Navertelling Lucas 6,17+20-26
De evangelielezing van vandaag zijn de Zaligsprekingen, zoals beschreven in Lucas 6,17+20-26. Voor de jongste kinderen kan de navertelling gebruikt worden; voor wat oudere kinderen is de vertaling uit b.v. het Evangelieboek voor kinderen of de Bijbel in Gewone Taal ook heel goed te begrijpen.
Zalig, gezegend, gelukkig ben je
Jezus was de bergen in gegaan. Daarboven viel Hij op zijn knieën en bad de hele nacht tot God, zijn Vader.
Hij bad voor alle mensen die de dag daarna naar Hem zouden komen luisteren. Hij hield van hen, en voor hen wilde Hij niet streng zijn. Hij wenste hen juist alle liefde en geluk toe.
Maar Hij bad ook voor de wereld, voor vrede in plaats van oorlog, voor liefde in plaats van haat. Als Hij dacht aan de wereld en alle onrecht die daar was, dan werd Hij boos en streng.
Met de twaalf leerlingen kwam Hij die morgen naar beneden. Op een vlak terrein waren meer leerlingen en een heleboel mensen.
Zij stonden op Hem te wachten. Even keek Hij naar de hemel, toen naar zijn leerlingen en toen naar alle mensen. En toen begon Hij te spreken.
“Zalig, gezegend, gelukkig, zijn de mensen die arm zijn,
want voor hen is het Koninkrijk van God.
Zalig, gezegend, gelukkig, zijn de mensen die honger hebben,
want eens zullen zij genoeg te eten hebben.
Zalig, gezegend, gelukkig, zijn de mensen die nu veel verdriet hebben,
want eens zullen zij weer lachen.
Zalig, gezegend, gelukkig, zijn de mensen die stom gevonden worden
en gepest worden omdat zij in God, mijn Vader, geloven.
Ze moeten weten dat dit heel veel mensen is overkomen, vroeger al en nu nog steeds.
Krijgt iemand het daardoor moeilijk, heeft iemand daardoor geen vrienden of vriendinnen,
Geloof dan maar dat het eens anders zal zijn en dat God veel houdt van iedere mens.”
En toen moest Jezus denken aan die grote wereld waarin nog zoveel onrecht was.
En streng ging Hij verder:
“Maar wee over hen, ongelukkig zijn zij, die rijk zijn en alleen maar aan zichzelf denken.
Voor hen zal er bij God niets te vinden zijn.
En wee over hen, ongelukkig zijn zij, die een volle buik hebben en niets aan anderen geven.
Eens zullen ook zij weten wat het is om honger te hebben.
En wee over hen, ongelukkig zijn zij, die lachen om alles wat zij hebben
en niet aan andere mensen denken. Eens zal het veranderen.
En wee over hen, ongelukkig zijn zij, die alleen maar naar mensen luisteren
en die aan God geen ruimte geven in hun leven.”
Jezus moest ervan zuchten.
Dit is het Woord van God
Kinderen: Wij danken God