Volg ons op facebook
Zesde zondag door het jaar C
Ben je gelukkig? Of ongelukkig?
De Zaligsprekingen
De Zaligsprekingen
Heel het christelijk normen- en waardenstelstel is gebaseerd op de tien geboden, de tien woorden die God tot Mozes sprak en die Hij opschreef op de stenen tafelen. En op de Zaligsprekingen die Jezus heeft uitgesproken. De Zaligsprekingen worden wel de grondwet van het christendom genoemd. Maar brengen we haar ook in praktijk? De grote Mahatma Gandhi, die veel veranderingen bracht in India, heeft de christenen verweten dat zij de Bergrede, hun meest eigen boodschap, met voeten hebben getreden, want in zijn ogen is het zogenaamde christelijke westen de bakermat geworden van corruptie, geweld en oorlogsvoering.
De Zaligsprekingen zijn te vinden bij de evangelisten Matteüs en Lucas in het Nieuwe Testament. Bij Matteüs heet het ‘de Bergrede’, bij Lucas ‘de Veldrede’. De berg moet bij Matteüs gezien worden als een soort spreekgestoelte waarop de wetgever plechtig plaatsneemt om zijn wet af te kondigen. Lucas laat Jezus deze woorden in het veld uitspreken, nadat Hij van de berg was afgedaald. De berg heeft bij hem een andere functie. Het is de plaats waar Jezus zijn God en Vader in gebed ontmoet. Heel de nacht heeft Jezus op de berg gebeden, zo begint de tekst bij Lucas.
Bij Lucas staan de ‘wee-woorden’, die vind je niet bij Matteüs. Met de ‘wee-woorden’ stelt hij de tijd van het huidige leven tegenover het loon of de straf die na de dood verwacht mogen worden. De rollen zullen dan totaal omgekeerd zijn, zoals hij later in de parabel van de rijke vrek en de arme Lazarus breder zal uitwerken (Lucas 16,19-31). Het Evangelie van Lucas is bij uitstek het Evangelie van de armen. Herhaaldelijk beklemtoont hij dat rijkdom levensgevaarlijk is. Blijkbaar ziet hij in zijn eigen kerkgemeenschap hoe rijken zich door geld en bezit gemakkelijk laten inpalmen en zich helemaal sluiten voor de waarden van Gods koninkrijk. Zij vergeten dat het leven een geschenk is, dat de mooiste dingen van het leven juist gratis zijn en met geen geld te koop.
Gemeenschappelijk is in beide versies:
'Gelukkig de armen, want hun behoort het Koninkrijk der Hemelen.
Gelukkig die verdriet hebben, want zij zullen getroost worden.
Gelukkig die hongeren en dorsten, want zij zullen verzadigd worden.
Gelukkig zijn jullie, als ze jullie uitschelden en je van allerlei kwaad betichten vanwege Mij. Wees blij en juich, want in de hemel wacht jullie een rijke beloning.
Zo hebben ze immers gedaan met de profeten.'
De Zaligsprekingen verkondigen het goede nieuws dat Jezus de Messias is en dat in Hem het Koninkrijk van God baan breekt. In Jezus ontfermt God zelf zich over de armen en de verdrukten, zo maar, onvoorwaardelijk, gewoon omdat Hij van hen houdt en niet kan hebben dat mensen moeten lijden.
Bij deze achtergrond is gebruik gemaakt van een commentaar op de Zaligsprekingen door Sylvester Lamberigts,
tijdschrift Teken, 71e jaargang, nr. 9, April 1999