Volg ons op facebook
Vijftiende zondag door het jaar C
Hoe word ik een naaste?
Navertelling Lucas 10,25-37
De lezing is vandaag uit Lucas 10,25-37. Voor de oudere kinderen is de Bijbel in Gewone Taal of het Evangelieboek voor kinderen goed te begrijpen. Voor kleinere kinderen is er de navertelling gebaseerd op 'De goede vriend' uit: Elseviers Kinderbijbel, in 365 vertellingen.
De goede vriend
Een geleerde man wilde eens aan Jezus een moeilijke vraag stellen. “Meester, wat moet ik doen om naar de hemel te gaan?”
“Dat heb je toch geleerd”, antwoordde Jezus. “Wat staat er in de boeken?”
“Daar staat dat we met heel ons hart van God moeten houden. Bovendien moeten we ook van de mensen houden, evenveel als van onszelf.”
“Goed zo,” knikte Jezus “dat moet je dan maar doen.”
Maar de geleerde had een nog moeilijkere vraag: “Maar je kunt toch niet van iedereen houden?”, vroeg hij. Toen vertelde Jezus een nieuw verhaal. Het speelt in het land waar joden en Samaritanen wonen. Ze hadden ooit eens ruzie gemaakt en nu waren ze nog altijd vijanden.
Jezus vertelde:
“Een man was op reis door de woestijn. Rovers grepen hem vast en sloegen hem haast dood. Ze namen hem al zijn geld af en ze lieten hem in de wildernis liggen. Toen kwam er een priester voorbij. Hij zag de man die door de dieven overvallen was liggen en vlug liep hij verder. ‘Die man kan wel dood zijn’, dacht de priester. ‘Ik mag hem niet meer aanraken want dan maak ik me vuil.’
Een tijdje later kwam er een dienaar van de tempel voorbij. Hij was wel nieuwsgierig; hij ging eens kijken naar de arme man die daar lag. Plotseling dacht hij: ‘Misschien zitten de dieven nu achter de rotsen naar mij te loeren. Ik moet zo vlug mogelijk hier vandaan.’ Tenslotte kwam er een Samaritaan voorbij. De joden waren nooit vriendelijk voor hem geweest. Nu lag daar een jood tussen de rotsen. Wat deed de Samaritaan? Hij knielde neer en hij verzorgde de wonden van de man. Hij goot er olie op; daardoor zou de pijn minder worden en de wonden vlugger zouden genezen. Voorzichtig zette hij de man op zijn ezel. Zelf ging hij te voet en bracht de man naar een herberg. Tegen de waard zei hij: ‘Zorg goed voor deze man. Ik geef je nu al twee zilveren geldstukken. Als je meer nodig hebt zal ik je betalen wanneer ik hier weer langs kom.’”
Het verhaal was uit. Jezus keek naar de geleerde man en Hij vroeg: “Drie mannen kwamen er voorbij. Wie van hen was écht een medemens, echt een naaste van de man die overvallen werd?”
“De derde, want hij heeft hem geholpen”, antwoordde de geleerde.
“Doe dan voortaan net als die Samaritaan”, zei Jezus.
Dit is het woord van God
Allen: Wij danken God