Header Sfeerbeeld nazomer potten met stiften school begint

steun adv kwd

Volg ons op facebook

Negenentwintigste zondag door het jaar C

Geef niet op!

Achtergrond

Hier is informatie te vinden over de context van de lezing of de plaats en tijd in het kerkelijk jaar. Ook kan hier informatie over feesten, personen, gedenkdagen en gebruiken gevonden worden. 

De rechter en God

De rechter en God

Deze en de komende zondag de 30ste van het jaar C zijn beiden uit hoofdstuk 18 van Lucas en gaan beide over bidden. Volgende week gaat het meer over de manier waarop je bidt, deze week is het meer een aansporing om vol te houden met het gebed.
In de vijf boeken van Mozes zijn de weduwe, de wees en de vreemdeling de toetssteen of er recht gedaan wordt en of een koning al dan niet rechtvaardig regeert. Zo staat er in Deuteronomium 10,8: “Hij verschaft weduwen en wezen recht, neemt vreemdelingen in bescherming en voorziet hen van voedsel en kleding.” En in Deuteronomium 24,20: “Wanneer u bij de olijvenoogst tegen de takken slaat, mag u achteraf niet nagaan of u wel alles hebt. De rest is voor de weduwen, wezen en vreemdelingen.”
De toehoorders van Jezus moeten hun oren gespitst hebben, toen zij hoorden over een weduwe en een rechter. Zij wisten dat het dan over het hart van de Thora zou gaan: ‘heb je naasten lief als jezelf’.

onrechtvaardige rechterJezus vertelt de parabel van de weduwe en de onrechtvaardige rechter in de verzen 2-8a, waarbij we nog een onderscheid kunnen maken tussen de parabel zelf (verzen 2-5) en de uitleg van Jezus (‘de Heer’, verzen 6-8a). De nadruk ligt op de rechter. Het bezoek van de weduwe dient slechts om het onrechtvaardige gedrag van de rechter te illustreren. Hij is helemaal niet begaan met het lot van weduwen en wezen.
Hoe anders is God! Die zal eindeloos recht verschaffen aan allen, en in het bijzonder aan wie onrecht is aangedaan. De oorspronkelijke betekenis van deze parabel ligt in het contrast tussen de rechter en God.

wordt de aandacht verlegd naar het aandringen van de weduwe. De vraag hoe wij omgaan met ‘de weduwe, wees en vreemdeling’ is nog steeds een toetssteen voor het al dan niet rechtvaardig zijn van de samenleving. In feite zegt het verhaal: als de onrechtvaardige rechter al luistert naar de herhaaldelijk aandringende weduwe, hoeveel temeer zal God dan recht verschaffen aan zijn uitverkorenen die dag en nacht tot hem roepen!
Zo wordt de parabel een aansporing om goed te doen voor de naaste en zonder ophouden te bidden. Het slotvers 8b versterkt die aansporing nog: “Maar als de Mensenzoon komt, zal Hij dan geloof vinden op aarde?” Zullen er mensen zijn die steeds maar weer God betrekken bij hun leven?
N.B.: lees vooral ook eens de eerste lezing uit Ecclesiasticus, van de komende zondag: "Het gebed van de arme dringt door de wolken heen, zolang het zijn doel niet bereikt, rust het niet; het laat niet af, totdat de Allerhoogste zich erbarmt, en de Rechtvaardige oordeel velt en recht verschaft."

Artikelen in dit thema Negenentwintigste zondag door het jaar C