Volg ons op facebook
Tiende zondag door het jaar C
De dood heeft niet het laatste woord
Jezus is geraakt door verdriet
In de evangelielezing van deze zondag is Jezus op reis door het land rond Nazareth. Hij gaat op weg naar Jeruzalem, de stad van belofte. Maar nu is Hij nog dicht bij huis, in Naïn, dat ten zuidoosten van Nazareth ligt.
In het Christendom is de dood de grote vijand van mensen. Jezus blijft dan ook nooit onverschillig bij het sterven van een mens. Hij huilt bij het graf van Lazarus zijn vriend, Hij is bang voor zijn eigen dood en ook vandaag, staande bij de baar van het enig kind van een weduwe, is Hij geraakt en voelt Hij medelijden.
In de beide lezingen van vandaag is de dood op haar zwarts geschilderd. Het gaat over de dood van een enig kind, de enige zoon van een weduwe. Weduwen behoorden tot de zwakste groepen in de samenleving. Haar enige hoop op nog een beetje toekomst is een zoon. Als deze haar ontvalt, is er niet alleen voor het kind geen leven meer, maar is ook aan de vrouw alle toekomst ontnomen. In de lijn van de profeten neemt Jezus het hier voor deze weduwe op. Hij laat hier zien dat God nooit wil dat mensen hoop en toekomst wordt ontnomen.
In de Bijbel wekt Jezus drie keer een gestorvene tot leven: zijn vriend Lazarus, en twee kinderen: deze jongen uit Naïn en de twaalf jarige dochter van de priester Jaïrus. De kinderen wekt Hij tot leven met een bijna rituele formule: de vraag om op te staan.