Volg ons op facebook
Palmzondag jaar C
Intocht in Jeruzalem
Symboliek van de palmpaasstok
Buxustakjes: staan symbool voor de palmtakken waarmee de mensen langs de weg stonden toen Jezus Jeruzalem binnentrok. Deze takjes kunnen mee naar huis gegeven worden om achter het kruisbeeld te steken. Daar blijven ze zitten tot Aswoensdag volgend jaar. Ze zijn symbool voor eeuwig leven.
Houten kruis: verwijst naar wat er op Goede Vrijdag zal gebeuren met Jezus, die zal sterven aan het kruis. Op Palmzondag weten de mensen dat nog niet; dan is het nog feest. Het kruis is nu nog verborgen onder de versiering.
Versiering (crêpepapier): benadrukt het feestelijke karakter van de intocht.
Broodhaantje: verwijst naar het Laatste Avondmaal (het brood) en de haan zelf is de haan die straks, wanneer Jezus gevangen genomen is, zal kraaien als Petrus Jezus zal hebben verloochend. Ook verwijst de haan naar de paasmorgen, de ochtend van de Verrijzenis. De haan is de eerste die de paasmorgen begroet. Het broodhaantje wordt pas met Palmpasen op de stok gezet.
Slingers van rozijnen of krenten: verwijzen naar de wijn van het Laatste Avondmaal. 12 rozijnen verwijzen naar de 12 apostelen.
Pinda's: aan de stok zouden 30 pinda's gehangen kunnen worden die verwijzen naar de 30 zilverlingen die Judas krijgt voor het verraden van Jezus.
Citroen of sinaasappel: verwijst naar de spons met zure wijn waar Jezus van mocht drinken.
Eieren: zijn een teken van nieuw leven, en verwijzen zo naar de verrijzenis.