Volg ons op facebook
Feest van de heilige Familie jaar C
Je thuis voelen
Gesprek met de kinderen
Begin het gesprek in de belevingswereld van de kinderen door te praten over het huis waarin zij wonen. Is het een fijn huis? Wat vinden ze het mooiste, leukste of fijnste plekje in het huis? Waarom is dat zo? Heeft het huis een tuin? Spelen ze daarin? Hoe ziet de straat eruit?
Wat maakt dat de kinderen zich thuis voelen in hun huis?
Vraag of er kinderen bij zijn die wel eens zijn verhuisd? Hoe vonden ze dat?
Vraag de kinderen of zij het belangrijk vinden om je ergens ‘thuis’ te voelen?
Leg de link naar het verhaal dat ze gehoord hebben: Waarom zou Jezus zeggen dat Hij in het huis van zijn Vader is? Hij woont daar toch helemaal niet? Waarom zou het dan toch het huis van zijn Vader zijn. (Het kan voor kinderen logisch zijn, omdat ze zelf niet altijd bij hun vader of moeder wonen, maar het kan ook verwarrend zijn, omdat Jezus Vader God is, en Jozef en Maria zijn ouders zijn. Als u dat merkt, sta daar dan even bij stil.)
Een tempel is een soort kerk. Praat door over hun gevoelens bij het kerkgebouw waar ze nu in zijn. Hoe vinden ze het gebouw? Van buiten, van binnen? Hebben ze in de kerk een plek die ze mooi, belangrijk of leuk vinden. Of misschien wel een plek die ze juist helemaal niet mooi of leuk vinden. Voelen zij zich ‘thuis’ in de kerk? Voelen zij zich net zo ‘thuis’ als Jezus dat was? Of is dat toch anders?
Een gebouw, gebouwen of een straat kunnen bepalen of je je er prettig voelt of niet.
Dat ligt enerzijds aan de gebouwen (je voelt je wellicht prettiger in een huis dat mooi en netjes is dan in een smerig vervallen huis), maar het ligt ook heel erg aan de mensen die er wonen, leven of op bezoek komen. Welke mensen zijn belangrijk voor de kinderen? Maak een rondje en laat de kinderen wat namen noemen.
Jezus was aan het praten met mensen. Dat gesprek vond hij boeiend en Hij vergat de tijd.
Is dit de kinderen wel eens gebeurd? Dat ze ergens waren en de tijd helemaal vergeten waren? Hoe kwam dat?
Als het ergens leuk en gezellig is met leuke mensen, dan vliegt de tijd voorbij, dat herkennen ze vast.
Vertel dat u nieuwsgierig bent naar de huizen waar de kinderen wonen en de mensen die daarin wonen en leg de opdracht ‘Jouw huis’ die u vindt bij de Extra's uit.