Volg ons op facebook
Tweede zondag van Pasen jaar B
Een duwtje in de rug
zondag 7 april 2024
Niet zien en toch geloven
De woorden die Jezus spreekt tegen de leerlingen zijn: ‘Ik wens jullie vrede’. In het Hebreeuws ‘Shalom’. Dit is een traditionele groet en is bijzonder passend voor de situatie van de leerlingen. Zij zijn bij elkaar met de deuren dicht. Bang voor wat er allemaal kan gaan gebeuren.
Jezus vertrouwt zijn leerlingen een opdracht toe. Hij zendt hen uit, zoals zijn Vader hem heeft uitgezonden. Hun opdracht is nauw verbonden met Jezus’ opdracht: vergeving van zonden door de verkondiging van het Evangelie. Ze krijgen de opdracht om de wereld in te gaan uit kracht van de heilige Geest.
Met het gebaar (Hij blies zijn levensadem over hen) bereidt Jezus hen voor op de opdracht die hij hen toevertrouwt. Maar zij zullen pas in staat zijn om hun opdracht te vervullen, als zij de Geest krijgen op Pinksteren.
Met het gebaar (Hij blies zijn levensadem over hen) bereidt Jezus hen voor op de opdracht die hij hen toevertrouwt. Maar zij zullen pas in staat zijn om hun opdracht te vervullen, als zij de Geest krijgen op Pinksteren.
Tomas wordt ook Didymus genoemd, wat ‘tweeling’ betekent. Zijn naam laat zien dat er in Tomas (net als in ons) twee kanten zijn: van de ene kant wil hij graag geloven, van de andere kant wil hij eerst zien.
Van dit verhaal over Tomas is de uitdrukking ‘je bent een ongelovige Thomas' afgeleid. Eigenlijk ten onrechte, want Tomas geloofde wel degelijk. Zijn geloofsbelijdenis is kort en krachtig: ‘Mijn Heer en mijn God’. Thomas is echt een waarachtige leerling van Jezus. Toen Jezus na zijn dood en opstanding verscheen aan de leerlingen, wilde Tomas eerst meer bewijs. Jezus toonde toen de wond in zijn zij, die een Romeinse soldaat hem met een lans had toegebracht toen Jezus al dood was. De soldaat wilde zeker weten dat Hij dood was. Jezus vroeg aan Tomas zijn vinger daarin te steken.
Van dit verhaal over Tomas is de uitdrukking ‘je bent een ongelovige Thomas' afgeleid. Eigenlijk ten onrechte, want Tomas geloofde wel degelijk. Zijn geloofsbelijdenis is kort en krachtig: ‘Mijn Heer en mijn God’. Thomas is echt een waarachtige leerling van Jezus. Toen Jezus na zijn dood en opstanding verscheen aan de leerlingen, wilde Tomas eerst meer bewijs. Jezus toonde toen de wond in zijn zij, die een Romeinse soldaat hem met een lans had toegebracht toen Jezus al dood was. De soldaat wilde zeker weten dat Hij dood was. Jezus vroeg aan Tomas zijn vinger daarin te steken.
Geloven kun je ook zonder eerst te zien. Gelukkig ben je, als je kunt leven van vertrouwen en niet alles zeker moet weten met bewijs zwart op wit.