Volg ons op facebook
Vierentwintigste zondag door het jaar A
Zeventig maal zeven maal
Navertelling Matteüs 18,21-35
De evangelielezing van vandaag is Matteüs 18,21-35. Voor de jongste kinderen kan de navertelling gebruikt worden, voor wat oudere kinderen is de vertaling uit bijvoorbeeld het Evangelieboek voor kinderen of de Bijbel in Gewone Taal ook heel goed te begrijpen.
Zeventig keer zeven
Jezus zat met zijn leerlingen bij elkaar. Petrus vroeg aan Jezus: “Als iemand mij wat aandoet, dan moet ik hem vergeven. Maar hoe vaak moet ik dat dan doen? Wel zeven keer?”
“Nee,” zei Jezus, “je moet iemand niet zeven keer vergeven, maar wel zeventig maal zeven keer. Zo is het in het Rijk van de Hemel, in Gods Nieuwe Wereld. Luister maar naar dit verhaal:
‘Een koning wilde zijn geld terug vragen aan zijn bedienden. Die hadden allemaal schulden bij hem. Eén voor één liet de koning de bedienden halen. Er werd iemand bij hem gebracht die hem tienduizend munten schuldig was. Deze man kon hem niets terug betalen. Daarom gaf de koning de opdracht om de man, zijn vrouw, zijn kinderen en alles wat de man bezat te verkopen om de schuld af te betalen. Maar de bediende viel op de grond en smeekte: “Koning, heb geduld met mij, ik zal echt álles terugbetalen.” De koning kreeg medelijden met de man. Hij zei: “Goed, ik laat je gaan, je hoeft het geld niet terug te betalen.”
Opgelucht ging de bediende naar buiten. Maar toen hij buiten kwam, zag hij een andere bediende die hém honderd munten schuldig was. Hij greep die man vast en eiste al zijn geld, alle honderd munten, meteen terug. De man wierp zich op de grond en smeekte: “Heb geduld met mij; ik zal u echt álles terugbetalen.” Maar de man luisterde niet en liet hem in de gevangenis opsluiten totdat hij zijn schuld zou hebben terugbetaald.
Andere bedienden van de koning zagen wat er gebeurde, en ze schrokken ervan. Ze gingen naar de koning en vertelden hem alles.
De koning riep de bediende opnieuw bij zich en zei tegen hem: “Jij bent een slechte bediende! Ik heb jou alles kwijtgescholden. Omdat ik medelijden met jou had hoefde jij mij niets te betalen; jij had toch ook medelijden kunnen hebben met die andere man zoals ik medelijden had met jou? Jij hoefde niets te betalen, dat had je voor hem toch ook kunnen doen?” De koning was heel erg boos. Hij liet de man in de gevangenis gooien, en nu moest hij toch werken tot hij álles had terugbetaald.'
Jezus zei: “Net als deze koning wil God dat je een ander vergeeft, en zo zal Hij ook iedereen behandelen die een ander niet vergeeft.”
Dit is het Woord van God
Kinderen: Wij danken God