Volg ons op facebook
Tweeëntwintigste zondag door het jaar A
Gaat alles naar wens?
Gesprek met de kinderen
Begin het gesprek met de vraag: ‘Wie heeft er wel eens een plannetje bedacht, wat niet doorging? Was dat een leuke of een niet leuke ervaring?’
Laat de kinderen vertellen.
Vertel daarna in uw eigen woorden onderstaande tekst.
‘Soms gebeuren er dingen in je leven die je totaal niet ziet aankomen. Wat voorbeelden: Je hebt een fijne school en vrienden en dan zeggen je ouders dat je gaat verhuizen, of je mag bij je oma logeren en dan wordt ze ziek en kan het niet doorgaan. Of jij denkt dat je vader en moeder altijd bij elkaar zullen blijven en dan vertellen ze je dat ze gaan scheiden.
Zo zijn er nog veel meer voorbeelden in het leven van kinderen die veel impact hebben op hun leven. Zij moeten ‘dit kruis’ dragen.
Vaak snappen grote en kleine mensen niet waarom dingen gebeuren. Ze vragen zich af ‘waarom gebeurt dit en wat kan ik er aan doen om het te veranderen?’
Ze stellen dan vragen aan God en vragen of Hij de dingen kan veranderen…'
Vraag aan de kinderen of zij denken dat je aan God kunt vragen om dingen te veranderen? Of werkt God niet op die manier? Hoe werkt Hij dan wel?
Vertel dat Petrus ook wil dat God ervoor gaat zorgen dat Jezus niet gaat sterven. Maar Jezus zegt in het stuk dat we vandaag gelezen hebben dat je sommige dingen moet accepteren. Je moet je kruis dragen. Soms gebeuren er dingen die je anders zou willen maar het is niet aan ons mensen om te bepalen hoe ons leven loopt. Het kruis hoort ook bij het leven van alle mensen.
Geef de kinderen een A4 blad met een kruis erop (zie bij Extra’s).
Laat ze dingen in het kruis schrijven die zij niet leuk vinden in hun leven of ervaringen die ze hebben gehad die moeilijk of verdrietig waren.
Vraag de kinderen weer terug te komen in de kring.
Vraag wie er wil vertellen wat hij/zij op zijn/haar kruis heeft geschreven.
Laat de kinderen ervaringen uitwisselen.
U kunt vragen stellen als:
- Wat betekende die ervaring voor jou? Denk je er nog vaak aan?
- Hoe kijk je er nu tegen aan? Is het nu nog net zo vervelend als toen het gebeurde?
- Voor oudere kinderen: Heeft God jou op een of andere manier geholpen met dit probleem? Hoe zou God je kunnen helpen?
Bij voldoende tijd kan er nog een spel worden gedaan (zie Extra’s) of is er gelegenheid om het eigen kruis in te kleuren met kleuren die de kinderen vinden passen bij de opgeschreven gebeurtenissen.