Volg ons op facebook
Negentiende zondag door het jaar A
Jezus loopt over het water
Gesprek met de kinderen
Na het uitspelen van het Evangelie gaan we in gesprek over de rollen. Hoe was het om dit te spelen? Na het lezen en uitspelen vraagt u aan de kinderen afzonderlijk wat zij ervaren hebben.
U begint het te vragen bij het kind dat de rol van Jezus had. ‘Hoe was het om naar de leerlingen toe te lopen; had je bedacht dat de leerlingen wel eens zouden kunnen schrikken?’ ‘Hoe voelde het om Petrus te redden?’
Daarna vraagt u aan het tweede kind hoe het was om Petrus te zijn? ‘Kon hij zomaar overboord stappen, of twijfelde Petrus?’ ‘Hoe was het om gered te worden?’ 'Vond hij of zij zichzelf een groot of een klein geloof hebben?'
U vraagt tenslotte aan ieder kind afzonderlijk: ‘Hoe voelde het om een leerling te zijn?’ ‘Wat zag je gebeuren toen Jezus over het water naar jullie toe kwam?’ ‘Had je ook wel overboord willen stappen?’ ‘Wat vond je van Petrus die dat zomaar deed?’ ‘Hoe voelde het om in een boot te zitten als leerlingen van Jezus?’
Laat de kinderen op elkaar reageren.
Praat daarna nog even door over de vraag of ze vinden dat Petrus een klein of juist een groot geloof heeft. En waarom. Bedenk van te voren ook zelf wat u daarvan vindt.
Na dit gesprekje kunnen de kinderen iedereen een eigen tekening maken van dit verhaal. Probeer ze te laten tekenen vanuit hun eigen perspectief: De leerlingen die in de boot zitten, Petrus die overboord stapt en gered wordt door Jezus, Jezus die naar de boot toekomt en Petrus aanmoedigt en redt.
Nodig:
• Papier
• Waskrijtjes of potloden