Volg ons op facebook
Negenentwintigste zondag door het jaar A
Een strikvraag voor Jezus
Belasting betalen
Belasting betalen
De plicht om belasting te betalen aan de Romeinen werd in het zesde jaar na Christus ingevoerd, toen Judea en Samaria onder direct bestuur van de Romeinen kwamen.
Tiberius was de keizer van het Romeinse Rijk. Herodes Antipas was in de tijd van Jezus koning van Galilea en Perea. De keizer was de baas en Herodes Antipas was weliswaar koning maar moest in alles verantwoording afleggen aan de keizer Tiberius. Ook de belastingen die de mensen moesten betalen aan de koning moesten afgegeven worden aan de keizer.
Er zijn onder de joden veel verschillende groepen die het oneens zijn met elkaar. Zo zijn er de Farizeeën die proberen Jezus te vangen op de fouten in zijn antwoorden, gedrag en verkondigingen. Zij zijn degenen die in onze lezing proberen Jezus in de val te laten lopen. Daar roepen ze de hulp van Herodianen bij in.
Herodianen zijn Joden die aanhangers waren van Herodes Antipas en het Romeinse rijk. Zij worden daarom Herodianen genoemd en hadden als taak op te letten of iedereen voldeed aan zijn plichten voor de keizer, zoals het afdragen van de belasting.
Strikvraag
De Herodianen proberen met hun vraag Jezus uit te dagen om iets te zeggen waardoor ze Hem kunnen laten opsluiten. Wanneer Hij bijvoorbeeld tegen het betalen van belasting zou zijn, zouden dat een reden zijn om Hem in de gevangenis te laten opsluiten.
Jezus doorziet wat ze van plan zijn en zegt: "Waarom stelt u Mij op de proef?" Matteüs verwijst hiermee naar wat de satan deed in de woestijn, direct na Jezus' doop. Het doel van hun vraag is namelijk om tweedracht te zaaien, en tweedracht zaaien is de specialiteit van de satan. (Het Griekse woord voor satan is diabolos, tweedrachtzaaier.)
Daarna vraag Jezus hen om een munt, die Herodianen ongetwijfeld op zak hebben. Op de Romeinse munt stond de beeltenis van de keizer, en zeker ook zijn naam en het woord keizer.
Op de munt staat dus de afbeelding van de keizer. Maar de mens zelf is de beeltenis van God, de mens is immers geschapen naar zijn beeld. Over de mens heeft dus alleen God zeggenschap, en niet de keizer.
Dan laten de Herodianen Jezus met rust, net zoals de satan deed in de woestijn. (Matteüs 4,11)
Artikelen in dit thema Negenentwintigste zondag door het jaar A
- Van wie is al dat geld?
- Navertelling Matteüs 22,15-21
- Gebed om de juiste keuzes te maken
- Gesprek met de kinderen
- Collage maken: Wat hoort bij God?
- Afbeeldingen van munten
- Spelletje: strikvragen
- Liedje: Geef aan de keizer waarom hij vraagt
- Onze Vader maak alles nieuw
- Missiezondag
- Belasting betalen
- Van Kribbe tot Kerststal