Volg ons op facebook
Veertiende zondag door het jaar C
Vol vertrouwen op pad!
Navertelling Lucas 10,1-9+17-20
De evangelielezing die vandaag gebruikt wordt is Lucas 10,1-9. Voor de jongste kinderen kan de navertelling gebruikt worden, voor wat oudere kinderen is de vertaling uit b.v. de Bijbel in Gewone Taal ook heel goed te begrijpen.
Op reis gestuurd
Het was aan het eind van de middag. De zon was bezig onder te gaan; een rode gloed spreidde zich over de velden. Nadat Jezus besloten had naar Jeruzalem te gaan, hadden Hij en zijn leerlingen de hele dag gelopen. Nu waren ze op een plek waar ze die nacht zouden blijven. Jezus was op een steen gaan zitten. Hij piekerde. Natuurlijk wist Hij wat in Jeruzalem zou gebeuren, maar Hij wilde daar nog niet aan denken. Er moest nog zoveel gebeuren!
Daarom riep Jezus zijn twaalf vrienden en stuurde ze op pad.
Hij zei: “Ga de mensen vertellen over het Koninkrijk van mijn Vader, van God. En maak de zieken gezond”. En Hij vertelde wat ze op hun reis mee mochten nemen. Dat was niet veel: geen stok, geen reistas, geen brood, geen geld en geen extra kleren. Ze moesten op God vertrouwen. Die zou voor hen zorgen. “Ga maar gewoon en alles zal je gegeven worden”, zei Jezus. En zo waren de leerlingen vertrokken.
Toch ging het Jezus niet snel genoeg. Hij wilde nog zoveel mogelijk mensen vertellen over het Koninkrijk van zijn Vader. Over God die zijn Liefde aan de mensen wilde geven. Maar er waren te weinig helpers om dat te doen. Jezus stond op van de steen. Hij wist wat Hij ging doen.
De volgende dag liet Hij nog eens 72 mensen bij Hem komen die in Hem geloofden. Ook tegen hen zei Hij dat ze op reis moesten gaan. Ze gingen twee aan twee, maar ook zij mochten niets mee nemen: “Neem geen geld mee, geen reistas en geen schoenen, en laat je door niemand afleiden van je opdracht”. Ze moesten de mensen vertellen van het Koninkrijk van God, en ook hun gaf Hij de kracht om zieken te genezen. Zo vertrokken ook de tweeënzeventig.
Toen ze terugkwamen waren ze heel erg blij. Mensen hadden heel goed geluisterd. Zieken waren écht genezen! Ze waren trots op zichzelf. Maar dat wilde Jezus niet. Hij zei: “Wees niet trots omdat júllie mensen genezen hebben, wees blij omdat God dit heeft gedaan. Híj heeft jullie die kracht gegeven. Híj is het die dit doet”.
Door te vertrouwen op God, konden zij doen wat Jezus deed: zieke mensen gezond maken, mensen die arm zijn helpen, en zo deze wereld een beetje mooier te maken. Dát moesten ze laten zien en vertellen.
Zo kwam de Blijde Boodschap van Jezus op steeds meer plekken! Steeds meer mensen gingen zo in Hem geloven.
Dit is het Woord van God.
Kinderen: Wij danken God.
Artikelen in dit thema Veertiende zondag door het jaar C
- Alles in je rugzak
- Navertelling Lucas 10,1-9+17-20
- Openings- en slotgebed
- Gesprek met de kinderen
- Bagage voor je levensweg
- Bagage voor je levensweg: woordzoeker
- Liedje: Wil je wel geloven
- Liedje: Het eerste woord zal vrede zijn
- Blindemannetje spelen
- Een rugzak om te versieren
- Spelletje: Chocoladezoenenestafette
- Missionair op weg