Jezus leeft!

Gesprek met de kinderen

In het gesprek met de kinderen kunt u ingaan op de lezing. U kunt de kinderen vragen wat zij zoal zien in de opstelling.
Wanneer de opstelling op palmzondag ook gebruikt is, kunt u vragen wat er nu wél staat op de grote doek en vorige week niet.
Vertel dat de kaars en het water ons herinneren aan de paaswake van de voorafgaande nacht. De meeste kinderen zullen hier niet bij geweest zijn. De nieuwe paaskaars hebben ze vanmorgen in de kerk al kunnen zien. Met het nieuw gewijde water zullen kinderen gedoopt gaan worden.

Natuurlijk valt de steen op. Voordat u overgaat naar het werken met de steen (zie 'Stenen waar je blij van wordt') praat u met de kinderen over de steen voor het graf in het paasverhaal. Die steen was eerst een probleem: hij sloot het graf af. Weten de kinderen waarom? Maar de onverwachts weggerolde steen betekent iets heel anders. Weten de kinderen wat precies? Die steen werd een teken van hoop en toekomst.

Praat even kort door met de kinderen over hoe het is wanneer alles tegen lijkt te zitten en dat er dan opeens iets gebeurt waardoor het allemaal reuze meevalt? Kunnen ze voorbeelden geven?
Dan ben je extra blij! Vergelijk dit met de blijdschap van Pasen.