Volg ons op facebook
Hemelvaart jaar C
Vaarwel en tot ziens!
Gesprek met de kinderen
Jezus gaat naar de hemel. Hij neemt afscheid van zijn leerlingen.
Toch zijn de leerlingen niet verdrietig.
Bespreek met de kinderen hoe dit bij hen overkomt. Waarom zouden ze niet verdrietig zijn?
Zouden zij verdrietig zijn geweest als ze erbij waren geweest?
Wanneer is afscheidsnemen verdrietig en wanneer niet?
Bedenk samen met de kinderen verschillende situaties waarin afscheid wel of niet verdrietig is.
Naar de hemel gaan, wordt vaak gebruikt als iemand dood is gegaan. We zeggen dan dat die persoon naar de hemel gaat.
Vinden de kinderen dat Jezus nu Hij in de hemel is, echt dood is? Of is het toch nog anders?
Bespreek met de kinderen hoe dit bij hen overkomt.
Jezus zegt tegen zijn leerlingen dat ze over Hem en God moeten gaan vertellen aan de mensen. Ze moeten in Jeruzalem beginnen en dan overal naar toe gaan.
Vraag de kinderen of het de leerlingen gelukt is om te doen wat Jezus aan hen gevraagd heeft?
(Vertel dat er na de leerlingen, weer opvolgers kwamen. Vertel dat de paus, de bisschoppen en pastoor die zij kennen bijvoorbeeld zo’n opvolger is. Maar ook jij en ik zijn ‘opvolgers’ als wij de verhalen van Jezus door vertellen, leven volgens zijn regels en in hem geloven).
Jezus zegt dat Hij naar de hemel gaat, naar God zijn Vader. Dan wordt Hij opgenomen in de hemel. Bespreek met de kinderen welk beeld zij daar bij hebben.
Is God voor hen in de hemel, of ook op andere plekken?
Ga daarna met de kinderen aan de gang om hun eigen hemelvaartskunst te maken.