Volg ons op facebook
Eenentwintigste zondag door het jaar C
Doe je best!
De smalle deur
Jezus is op weg naar Jeruzalem. Welbewust gaat Hij zijn lijden tegemoet. Onderweg geeft Hij in steden en dorpen onderricht over het Koninkrijk van God. Dat doet Hij veelal met beelden. “Doe alle moeite om door de smalle deur binnen te gaan, want velen, zeg Ik jullie, zullen proberen naar binnen te gaan, maar er niet in slagen.”
Hierbij gebruikt Hij ook het beeld van de deur: als de heer van het huis de deur eenmaal dicht heeft gedaan, dan blijft hij dicht.
Het beeld van de deur kennen we in het bijzonder uit het Evangelie van Johannes. Daar zegt Jezus dat Hij de deur is voor de schapen: “Ik ben de deur; wanneer iemand door Mij binnenkomt, zal hij gered worden: en hij zal weidegrond vinden” (Johannes 10,9). Beide beelden maken duidelijk dat wij door Jezus, de deur, God, zijn Vader, leren kennen.
Dat het om een smalle deur gaat, wil aangeven dat het niet gemakkelijk of vanzelfsprekend is. Wie door de deur wil gaan, zal er zijn best voor moeten doen.
Zo’n Evangelie als van deze zondag, werkt met sterke beelden, die ontleend worden aan de Bijbelse leefwereld. Ze geven uitdrukking aan een fenomeen dat van alle tijden is, en dat door Jezus keer op keer aan de kaak wordt gesteld: godsdienstige zelfingenomenheid. (Jean Bastiaens, Het Woord is mens geworden, 2015). Blijkbaar is dat een gevaar dat de godsdienstige mens bedreigt: scheiding willen maken tussen ‘wij hier’ en ‘zij daar’, tussen wie goed en minder goed is. Het perspectief van het Evangelie is juist radicaal omgekeerd. Het gaat er niet om te kijken naar anderen, maar naar jezelf.