Volg ons op facebook
Dertigste zondag door het jaar C
Met je aandacht helemaal bij God
Bidden in de Bijbel
Bidden
In de Bijbel wordt veel gebeden. In de meeste gevallen is er sprake van vrij gebed. Mensen richtten zich tot God met hun zorgen en vragen of prezen God om wie God is en wat God voor ons doet. Er waren in bijbelse tijden echter ook wel vaste gebeden zoals het Joodse Achttiengebed.
Bidden kon men thuis doen of in de tempel. Jezus trekt ook vaak gewoon de natuur in en gaat bidden op een eenzame plaats. De houding bij het bidden was niet vastgelegd. Men kon knielen of staan, het hoofd buigen of de ogen ten hemel slaan. De handen waren soms ten hemel geheven, soms voor de borst gekruist.
In de tempel, waar Jezus' verhaal van vandaag gesitueerd wordt, bad men meestal staande. Men richtte zich daarbij tot de hemel, waardoor het niet ongebruikelijk was dat iemand met open ogen en geheven hoofd naar boven keek. Waarschijnlijk gebruikte men in Jezus tijd al gebedsriemen en de gebedsmantel.
Voor Jezus is bidden vanzelfsprekend. We lezen in het Evangelie meermalen dat Hij zich terug trekt om te bidden op een rustige plek. Het is voor Hem geen vraag of je bidt, wel is Hij kritisch over hoe er gebeden wordt. Vooral het demonstratief bidden om je imago als vroom mens op te poetsen, wordt door Jezus afgekeurd.
Bidden is contact zoeken met God. Dit contact verloopt niet zoals het contact van mensen onderling. We kunnen God niet zien, niet horen, niet voelen, niet ruiken. Dat maakt mensen onzeker of hun gebed wel aankomt. Zowel in het Oude Testament als in het Nieuwe Testament wordt ons verzekerd dat God aandacht heeft voor ons gebed. Gods bijzondere aandacht gaat uit naar de gebeden van de kwetsbaren en de kleinen. In die zin is God partijdig.
Farizeeërs en Tollenaars
Een Farizeeër is iemand die hoort tot de beweging van de Farizeeën. Zij zijn erop uit de Tora van Mozes in al zijn facetten te bestuderen en te beleven. Het is een beweging van vrome Joden, die heel het dagelijks leven wil laten doordesemen van de Tora. Het gevaar van deze vrome levenshouding school erin dat zij deze houding ende verplichtingen die erbij horen, ook van anderen gingen eisen.
Tollenaars behoren ook tot het Joodse volk. Zij inden de belasting voor de gehate Romeinse bezetters, en waren daarom verre van geliefd. Ze stonden bekend als mensen die hun eigen volk afpersten.
Farizeeërs en tollenaars zijn zeker geen vrienden van elkaar.