Volg ons op facebook
Derde zondag van Pasen jaar C
Niet opgeven!
Bevrijding
5 mei is het bevrijdingsdag. We herdenken dat we in een vrij land mogen wonen. De afgelopen weken hebben we gezien dat de oorlog zomaar realiteit kan worden, in Oekraïne, een land dat niet eens zover weg ligt.
Kijktafel
Start met het neerzetten van een kleine kijktafel met spullen die je vast wel al in huis hebt, en brand er een lichtje bij. Zo kun je je kind laten zien dat je verbonden bent in gebed, maar het ook los mag laten en aan God geven. Het kaarsje blijft aan. Kijk samen naar de kijktafel en laat het gesprek gebeuren. Sluit het samen kijken af met een gebed om vrede.
Mogelijke voorwerpen: een ondergrond (placemat, schaal)
een krantenfoto (herkenning); een stuk boomstam of keien (de aarde), een takje met knoppen (hoop), een gebedstekst (geprint of geschreven); een woord uit houten lettertjes (vrede of red bijv.), een Oosters icoon (Pasen of Maria), en een kaarsje/lichtje. Neem niet te veel. Wat je bij elkaar zet, gaat vanzelf een verhaal vertellen.
In de tijd van Jezus was Israël wel bezet door een vreemde macht, de Romeinen. Het kan goed zijn om daar eens met de kinderen over te spreken, omdat dit een grote rol speelde in verwachtingen die men van Jezus had. Zo hebben verschillende leerlingen er op gehoopt dat Jezus zich zou ontpoppen als een verzetsstrijder die de Romeinen het land uit zou zetten. Deze hoop was mede ingegeven door het feit dat de Romeinen ook het gelovige leven van de Joden beïnvloedden. Zij eisten verering van de keizer, zij brachten munten in omloop met de beeltenis van de keizer, zij bemoeiden zich met de benoeming van hogepriesters en ze namen de wetgeving over. Ook het hele lijdensverhaal is gekleurd door het feit dat de Romeinen de baas waren in Israël. De tegenstanders van Jezus maakten gebruik van de angst van de Romeinen voor opstand en de dood aan het kruis was een Romeinse straf. Uiteraard waren er naast deze religieuze problemen van het leven onder de bezetter ook andere zaken die niet fijn waren. Ook deze komen we tegen in het Evangelie, denk maar aan de aanwezigheid van soldaten in het land (het verhaal van de honderdman) en aan de belastingen die de tollenaars ophaalden.
Een andere mogelijkheid is om met de kinderen te spreken over soorten bevrijding. Jezus werd geen verzetsstrijder. Hij heeft de Romeinen niet verjaagd uit zijn land. Zijn boodschap was er eerder één van vrede en gerechtigheid. Toch was bevrijding ook in zijn preken een belangrijk onderwerp. Het ging echter om een ander soort bevrijding, de bevrijding van dat wat ons als mensen dwars zit. Zo horen we vandaag in de lezing hoe Jezus zijn vriend Petrus bevrijdt van het schuldgevoel over zijn verloochening.
Flap over
Deel een flap in twee delen. Teken in elk deel een cirkel met een poppetje erin. De cirkel is de gevangenis waaruit je graag bevrijd zou willen worden.
Bij de ene cirkel komt de bezetting van buiten. Teken dit met pijlen die van buiten naar binnen wijzen. Wat kan je bij deze pijlen schrijven? Door wat of door wie kan je gevangen worden gehouden? Voor kinderen zijn de Duitsers of de Romeinen of IS ver weg. Maar wat te denken van een plaaggeest, een ziekte, een groep waar je je niet thuis voelt, een taak die je moet volbrengen, de onmogelijkheid om bij papa en mama tegelijk te wonen ? Vraag je met de kinderen af wie of wat je daarvan zou kunnen bevrijden. Onderken ook dat dat niet altijd kan. Dan rest je niets dan het bij God neer te leggen.
Bij de tweede cirkel komt de bezetting van binnen. Teken dit met pijlen die van binnen naar buiten wijzen. Wat kan je bij die pijlen schrijven? Wat houdt jou van binnen gevangen? Voor Petrus was dat schuldgevoel. Door Petrus te vergeven en hem een nieuwe opdracht te geven kon Petrus weer verder. De andere leerlingen in het evangelie van vandaag waren vooral onzeker. Wat moesten ze nu gaan doen? Wat konden ze aanvangen zonder de leiding van Jezus. Help de kinderen deze twee te vinden in het Evangelie. Zoek dan samen met hen naar dingen die hen gevangen houden. Voor een kind kan het verlegenheid zijn, of angst, een minderwaardigheidscomplex of een gewoonte die het maar niet af kan leren. Wellicht noemen ze ook verslaving of een slechte eigenschap. De dingen die van binnen komen moet je zelf aanpakken. Maar je hoeft het niet alleen te doen. Je kan hulp vragen, van een ander kind, van je ouders, van een leerkracht en van Jezus.
Tenslotte, op de site van 4 en 5 mei zijn nog vele andere filmpjes en materialen voor kinderen te vinden. Het is de moeite waard om daar even te grasduinen.
Speel als afsluiting nog even Tikkertje met verlos. (zie Extra's)