Volg ons op facebook
Achtste zondag door het jaar C
Zie jij beter dan een ander?
Gesprek met de kinderen
Jezus gebruikt in deze evangelielezing beeldspraak.
Dat is voor kinderen best lastig om te begrijpen.
Eigenlijk gebruikt Jezus al deze voorbeelden om de mensen duidelijk te maken dat oordelen over andere mensen niet goed is. Want hoe weet je nu zo zeker dat jij het wel goed ziet?
Zie jij beter dan de ander? Misschien ben je allebei wel blind!
Met een balk in je oog kan je niet goed zien. Wat is nu goed en wat is slecht? Je moet dus eerst die balk uit je eigen oog halen anders zie je niets goed. Of anders gezegd:
Je vindt heel snel iets over wat een ander zegt. Maar dat is slechts een splinter wanneer je niet naar jezelf kijkt. Want de oordelen die jij hebt, zijn een balk vergeleken bij de splinter van een ander.
Aan de buitenkant van een boom zie je niet of hij ziek of gezond is. Dat zie je pas als de boom vruchten gaat dragen. Dan pas zie je iets over de kwaliteit van de binnenkant.
De buitenkant zegt niets over hoe iemand werkelijk echt, van binnen is.
Samen met de kinderen kunt u de drie beeldspraken van Jezus gaan onderzoeken.
Schrijf op een flap-over de beeldspraken op:
1. Kan iemand die blind is een andere blinde leiden? Of vallen ze dan allebei in een kuil?
2. Als je zelf een balk in je oog hebt, kan je dan wel een splinter zien in het oog van een ander?
3. Een mens is als een boom. Een gezonde boom, kan geen zieke vruchten maken en een zieke boom kan geen gezonde vruchten maken.
Vraag de kinderen of ze alle woorden snappen in deze zinnen?
Leg de woorden die onduidelijk zijn uit.
De eerste beeldspraak van de blinde die een andere blinde leidt kunt u letterlijk uitspelen.
Vraag twee kinderen om een blinddoek om te doen. Laat het ene kind het andere leiden naar de andere kant van de ruimte. Lukt dit? Wat zou Jezus ermee kunnen bedoelen?
De tweede beeldspraak kunt u met de kinderen bespreken. Ga eerst in op de letterlijkheid van deze beeldspraak. Als je iets in je oog hebt, kan je dan niet iets in het oog van de ander zien zitten? Klopt dat? Wat zou Jezus ermee kunnen bedoelen?
Leg zo nodig uit: Je oordeelt heel snel over een ander. Maar kijk je wel eens goed naar jezelf? De oordelen die jij hebt zijn zo groot als een balk; de oordelen van een ander zijn een splinter, als je ze daarmee vergelijkt.
In de derde beeldspraak vergelijkt Jezus mensen met bomen. Een goede of gezonde boom kan geen zieke vruchten maken en de zieke boom kan geen gezonde vruchten maken.
Klopt dat? Wat zou Jezus ermee kunnen bedoelen?
In de evangelielezing van vandaag zegt Jezus dat we eerst naar ons zelf moeten kijken voordat we iets van een ander vinden en zeggen. Roddelen is altijd verkeerd.
Mensen kijken vaak alleen naar de buitenkant en hebben dan al snel een oordeel.
Bijvoorbeeld: ‘zij is verwaand’, omdat iemand er altijd mooi en verzorgd uitziet. ‘Hij is een ordinair’, omdat hij tatoeages heeft. Maar dat is alleen maar buitenkant en zegt niets over het innerlijk van de persoon.
Sluit dit gesprek af met een drama oefening over bomen of het spelletje over beeldspraak.
Zie daarvoor bij de Extra’s.