Volg ons op facebook
Achtentwintigste zondag door het jaar C
Dankbaarheid
Navertelling Lucas 17,11-19
De evangelielezing van vandaag is Lucas 17,11-19. Voor de jongste kinderen kan de navertelling gebruikt worden, voor wat oudere kinderen is de vertaling uit b.v. het Evangelieboek voor kinderen of de Bijbel in Gewone Taal heel goed te begrijpen.
Tien zieke mensen komen bij Jezus
Jezus liep door allerlei steden en dorpjes heen. Hij was op weg naar Jerusalem, de grote stad van het land Israël. Maar het duurde nog wel even voor Hij daar zou zijn. Overal onderweg waren er mensen die Hem wilden horen vertellen, bij Hem gingen zitten en Hem even aan wilden raken. Meestal liet Jezus ze dat maar doen. ‘Als de mensen Mij aanraken, dan raken ze ook een beetje God aan’, dacht Hij dan.
Soms raakte Jezus zelf ook mensen aan. Doordat Hij bijvoorbeeld zijn handen op hun ogen legde. Af en toe werden mensen echt beter, nadat ze door Jezus aangeraakt werden. De man van wie Hij de ogen aanraakte was blind en kon daarna weer zien. Dat was een wonder! Jezus raakte mensen ook in hun hart, alleen maar door de woorden die Hij zei.
Op een keer kwam Jezus in een dorp. Op een afstandje stonden tien zieke mensen. Ze riepen tegen Jezus: “Meester, heb toch medelijden met ons!” Door hun ziekte waren er allemaal vieze plekken op hun huid gekomen. Daarom bleven ze meestal op wat afstand staan van andere mensen. De mensen wilden hun niet aanraken. Ze waren veel te bang ook melaats te worden; zo heette die ziekte.
Dit keer raakte Jezus hun ook niet aan. Maar Hij zei wel iets tegen ze dat heel veel kracht had. Hij zei: ”Ga naar de tempel, naar de priesters en laat zien wie je bent”. Terwijl ze wegrenden om dat te gaan doen werd hun hele huid weer gaaf. Alle vlekken verdwenen als sneeuw voor de zon! Weer een wonder van Jezus!
Negen van die tien melaatse mensen wilden aan iedereen vertellen dat de vieze vlekken verdwenen waren. Ze waren zo blij! Ze gingen overal naar toe eom te laten zien dat ze genezen waren, en vergaten helemaal dat het door Jezus kwam. Eén van de tien deed het anders. Hij ging terug naar Jezus. Hij juichte van blijdschap. Toen ging Hij op zijn knieën zitten en boog zijn hoofd. “Dank U, Jezus," zei hij, “vanuit de grond van mijn hart.” Jezus keek de man aan en zei: “Er zijn toch tien mensen beter gemaakt? Waar zijn de anderen toch? Ga jij nu ook maar. Maar weet, dat het jouw geloof in God is dat jou gered heeft.”
Deze man was een Samaritaan, een man uit een ander volk, een vreemdeling.
Dit is het Woord van God
Kinderen: Wij danken God
Artikelen in dit thema Achtentwintigste zondag door het jaar C
- Wat is dankbaarheid?
- Kinderfilmpjes rond evangelieverhalen: Kleine Uil wordt wijs
- Navertelling Lucas 17,11-19
- Openings- en slotgebed
- Gesprek met de kinderen
- Gedichtjes: Tien melaatsen
- Trainen in dankbaarheid
- Tekeningen en liedje over dankbaarheid
- Liedje: Dank U, voor deze nieuwe morgen
- Dankbaarheid is een deugd
- Spelletjes: Bij elkaar horen
- Melaatsen