Volg ons op facebook
Zevende zondag van Pasen jaar B
Bescherm ons tegen het kwaad in de wereld
zondag 12 mei 2024
Spreken over het kwaad in de wereld
De evangelist Johannes heeft de voetenwassing bij het laatste avondmaal al in het 13de hoofdstuk staan. Daarna komt nog een lange redevoering met veel aspecten. Dit wordt de afscheidsrede genoemd; het testament van Jezus. Pas in het 18de hoofdstuk gaat het verhaal verder: “Nadat Hij aldus had gesproken, ging Jezus met zijn leerlingen naar buiten, naar de overkant van de beek Kedron. Daar was een boomgaard die Hij met zijn leerlingen binnenging.” Hier zal Jezus gearresteerd worden.
Het Evangelie van vandaag komt uit het 17de hoofdstuk. Ook voor volwassenen is het geen gemakkelijke kost. Er wordt gesproken over mensen over wie gewaakt wordt, opdat zij niet verloren gaan. En over haat tegen mensen die in de waarheid geloven; geloven in Gods woord dat waarheid is. Jezus bidt dat zijn Vader hen wil beschermen tegen het kwaad.
Het is lastig over het kwaad te spreken. Kinderen beschermen tegen het kwaad is niet, er niet over spreken.
In de huidige samenleving is er verlegenheid om dit te benoemen.
Echter, bij het officiële doopritueel van de RK Kerk, hoort nog steeds het afzweren van het kwaad:
“Ouders, peters en meters, wilt u kwaad en onrecht afwijzen om te leven in de vrijheid van Gods kinderen? Ja, dat wil ik.
Wilt u de bekoringen van de zonde afwijzen om niet in de greep van het kwaad te komen? Ja, dat wil ik.
Wilt u satan afwijzen, de aanstichter van alle zonde? Ja, dat wil ik.”
In de brief aan de Romeinen legt Paulus een verband tussen eenwording met God en de doop: "Gij weet toch, dat de doop, waardoor wij één zijn geworden met Christus Jezus, ons heeft doen delen in zijn dood? Door de doop in zijn dood zijn wij met Hem begraven, opdat ook wij, zoals Christus door de macht van zijn Vader uit de doden is opgewekt, een nieuw leven zouden leiden. Zijn wij één met Hem geworden door het beeld van zijn dood, dan moeten wij Hem ook volgen in zijn opstanding, in de overtuiging dat onze oude mens met Hem gekruisigd is; daardoor is aan het bestaan in de zonde een einde gekomen, zodat wij niet langer aan de zonde dienstbaar zijn (Romeinen 6,3-6).
Niet langer dienstbaar zijn aan de zonde. Het zijn zware woorden die zo uit de Bijbel tot ons komen. Mensen ervaren voortdurend de spanning tussen zin en zinloosheid, recht en onrecht, welvaart en armoede, zich welbevinden en verlatenheid, leven en dood. Telkens weer worden wij tot bezinning geroepen. In feite gaat het hierover. Dat mensen, niet ten onder gaan aan die spanning. Dat zij, net als Christus, op kunnen staan uit de dood, gericht zijn op het leven en niet verstrikt raken in het kwaad.
Het lange gebed (Joh 17,1-26) waarmee de maaltijd besloten wordt, loopt uit in een gebed om eenheid. Een eenheid die niet alleen de huidige leerlingen (daarvoor bidt Jezus vanaf vers 9), maar ook allen die door hun verkondiging tot geloof zullen komen (vers 20). Deze eenheid is een belangrijk thema in het Johannes Evangelie. De rode lijn die eronder ligt is de eenheid, verbondenheid, ja ook de verantwoordelijkheid die Jezus voelt voor zijn leerlingen. Hij neemt afscheid maar laat hen niet los!