Volg ons op facebook
Pinksteren jaar A
De Helper en Trooster
Navertelling Handelingen van de Apostelen 2,1-11
We richten ons voor de kinderwoorddienst doorgaans op het Evangelie. Maar het pinksterverhaal staat in het begin van de Handelingen van de Apostelen. Voor de jongste kinderen kan de navertelling gebruikt worden. Daar worden de drie verhalen van Pasen, Hemelvaart, Pinksteren gecombineerd. Voor wat oudere kinderen is de vertaling uit de Samenleesbijbel goed te begrijpen. U zou dan beide verhalen kunnen lezen.
Pinkstervertelling
Jezus is gestorven en begraven. Heel veel verdriet en tranen natuurlijk. Wat moest er nu gebeuren? Op Paasmorgen ging Maria naar het graf. De steen was weggerold. Ze keek naar binnen. Daar zag ze twee engelen zitten. Ze hadden witte kleren aan. Ze schrok! Ze zag het lichaam van Jezus nergens meer en ze begon te huilen. De engelen vroegen Maria: “Waarom huil je?” Maria zei: ”Jezus is weg!”
Toen hoorde ze iets en keek ze achterom. En daar stond iemand. Maria dacht dat het de tuinman was. Maar toen ze heel goed keek ... zag ze het wel goed? De man vroeg: “Wie zoek je?” Maria zag dat het Jezus was! Ze wilde naar Jezus toelopen en Hem vasthouden, zo blij was ze dat ze Hem zag. Maar Jezus zei: “Je moet me niet vasthouden”. Hij zei dat Hij naar zijn Vader zou gaan in de hemel. Hij vroeg Maria om naar de leerlingen te gaan en dat te vertellen.
Daarna kwam Jezus nog een keer bij de leerlingen. Opeens was Hij er! Hij liep langs de leerlingen en wenste hen vrede. Ook blies Hij hen in hun gezicht en zei: “Nu hebben jullie de heilige Geest gekregen die jullie zal helpen”. En dan verdween Hij weer.
Het werd Hemelvaart. Jezus en de leerlingen waren bij elkaar. Jezus stelde hen moeilijke vragen waar ze erg over moesten nadenken. En Jezus sprak weer over de heilige Geest van wie zij kracht zouden ontvangen. Toen gingen ze naar buiten. Jezus ging naar de hemel. Hij was weg; waar ze ook keken, nergens zagen ze Jezus meer. De leerlingen keken steeds naar boven, alsof Jezus nu hoog in de lucht zou zijn. Tot ze een stem hoorden: “Houd toch op met naar boven te kijken. Daar zul je Jezus echt niet vinden. Zoek je Jezus, kijk dan gewoon naar mensen om je heen! Hij gaat met jullie mee onderweg, als je aan Hem denkt, over Hem praat en doet wat Hij jullie gevraagd heeft. Ga maar, dan zul zien dat het echt zo is.”
Pinksteren is de dag waarop de Joden het oogstfeest vieren. Het was druk in de stad, want het was feest. Maar niet voor de leerlingen. Zij waren met Maria, de moeder van Jezus bij elkaar om samen te eten. Ze durfden nog niet naar buiten te gaan, want misschien zouden zij ook gevangen genomen worden, net als ze met Jezus hadden gedaan.
Opeens begon het te waaien, overal in huis, alsof de ramen open stonden. Het waaide heel hard ... En er kwam vuur! Ze voelden het van binnen, maar je zag ook op ieders hoofd een vlammetje. De leerlingen voelden zich helemaal warm worden. Ze wisten niet wat er met hen gebeurde, maar ze begonnen allemaal te praten, door elkaar heen, in talen die ze helemaal niet kenden. Ze keken elkaar verbaasd aan. Wat gebeurde er nou?
Ze hadden het tot nu toe heel eng gevonden om naar buiten te gaan en de mensen over Jezus te vertellen. Maar nu voelden ze een kracht in zich en durfden ze alles! Ze gingen de straat op en begonnen de mensen te vertellen over de wonderen van God en Jezus hun vriend. Het maakte niet uit welke taal de mensen spraken, iedereen kon hen verstaan. De mensen gingen begrijpen dat Jezus niet dood was. Ze zeiden: “Je kunt Hem niet meer zien, maar Hij is er nog steeds. Hij leeft!” De mensen die naar hen luisterden werden zelf ook blij en enthousiast.
De wind en het vuur, dat had te maken met de heilige Geest, die als een adem de mensen kracht geeft. Het was zoals Jezus gezegd had: deze heilige Geest was een trooster, een helper voor de mensen. Zo ging het verhaal heel snel door de wereld! Als een lopend vuurtje! En het vlammetje brandt nog altijd, ook hier bij ons in deze kring. Het vuur van Pinksteren was het allereerste begin van onze kerk.
Dit is het Woord van God
Kinderen: Wij danken God