Volg ons op facebook
Elfde zondag door het jaar A
Help je mee?
Spel: Leerlingen van Jezus
Vertel onderstaande informatie aan de kinderen. Zij horen zo nog een keer de namen van de apostelen. In de lezing horen we dat Jezus twaalf leerlingen kiest aan wie Hij vraagt zijn werk voort te zetten. Ze krijgen bijzondere gaven, zoals mensen kunnen genezen.
Jezus' leerlingen worden ook wel discipelen (dat betekent volgelingen) of apostelen (dat betekent iemand die op weg gezonden is) genoemd. Heel veel mensen waren dus leerling van Jezus, maar deze twaalf worden speciaal zijn apostelen genoemd.
Wie waren deze apostelen?
Probeer samen de namen te bedenken.
Simon Petrus (hij wordt meestal Petrus genoemd; de rots (petrus betekent rots) waarop Jezus zijn kerk zal bouwen. Hij wordt gezien als eerste Paus.
Andreas de broer van Petrus
Jakobus en zijn broer
Johannes
Filippus
Bartolomeüs
Tomas die van de ongelovige Tomas omdat hij er niet was toen Jezus na zijn dood verscheen.
Matteüs de tollenaar
Jakobus
Taddeüs
Simon
Judas die ervoor zorgde dat Jezus gevangen genomen werd. Daarna werd hij vervangen door Mattias.
Speel dan met de kinderen een spel met de namen van de apostelen.
Namenspel
Nodig:
• Blinddoek
• Afgebakende ruimte
Een van de kinderen krijgt een blinddoek om. Dit kind speelt Jezus. De andere kinderen zijn de leerlingen. Ze krijgen allemaal de naam van een leerling. Het kind probeert de leerlingen te vinden. Hij mag de leerlingen van Jezus bij naam proberen te roepen. Daarvoor moet hij diep nadenken hoe de leerlingen ook al weer heten. Als Jezus een leerling roept dan moet de leerling reageren met 'hier ben ik!'. De leerling moet dan ook stil blijven staan en mag niet proberen te ontsnappen.
Wanneer Jezus geen namen meer weet mag een ander het proberen. Wanneer alle apostelen gevonden zijn is het spel afgelopen.