Header Sfeerbeeld nazomer potten met stiften school begint

steun adv kwd

Volg ons op facebook

Achttiende zondag door het jaar A

Samen delen 

Bijbel

Hier vind je een navertelling van de evangelielezing van deze zondag.
De andere lezingen uit het Oude en/of Nieuwe Testament worden vermeld.
De verwerkingen zijn gebaseerd op het Evangelie.

Navertelling Matteüs 14,13-21

De evangelielezing van vandaag is uit Matteüs 14,13-21. Voor de oudere kinderen is de vertaling uit de Bijbel in Gewone Taal goed te begrijpen. Voor kleinere kinderen is er de navertelling. 

Jezus geeft de mensen te eten

Omdat Jezus zulke mooie verhalen over God en de mensen kon vertellen, kwamen veel mensen graag naar Hem luisteren. Ook deze keer was het weer druk geweest. De mensen luisterden dan ademloos naar Jezus. Maar nu wilde Jezus alleen zijn. Hij had gehoord dat zijn vriend Johannes gestorven was, en Hij wilde gewoon even stil zijn en wat bidden. Hij stapte in de boot en voer alleen het meer op. Maar de mensen die naar Hem geluisterd hadden waren er nog, en ze wilden meer horen. "We rennen gewoon vooruit, naar de andere kant van het meer", zei een man. En daar begon iedereen te rennen. Het leek wel of er steeds meer mensen bij kwamen.

Toen Jezus aanlegde en aan de andere kant van het meer uit de boot stapte, zag Hij al die mensen al staan. Hij zuchte eens diep, maar liep toch op ze af. Er waren zieken bij, die kon Hij genezen. Hij kreeg medelijden met al die mensen en begon hen te helpen en genezen. 

vijf broden en twee vissenMaar het begon al bijna avond te worden en de mensen begonnen honger te krijgen. Daarom zei één van de leerlingen tegen Jezus: “U moet die mensen wegsturen! Het is al laat. Dan kunnen ze in de dorpen in de buurt een slaapplek zoeken en eten kopen.” Jezus keek even om en zei: “Ze hoeven niet weg, geven jullie hen maar te eten.” En Hij ging weer verder met genezen en praten met de mensen. De leerlingen mopperden dat ze maar vijf broden en twee vissen hadden. Moesten zij nou voor al die mensen eten gaan kopen?

Maar nee, dat bedoelde Jezus niet. Hij zei: "Breng die broden en vissen maar bij Mij." Tegen de mensen zei Hij: "Gaan jullie maar in het gras zitten." Toen pakte Hij de vijf broden en de twee vissen, keek naar boven en zei: “God, zegen dit eten: dat het iedereen mag voeden en goed mag smaken.” Daarna brak Jezus het brood in stukken. De leerlingen deelden het brood en de vissen uit aan de mensen. Die wisten niet wat ze meemaakten! Iedereen at ervan en iedereen had genoeg! Ze konden eten zoveel ze wilden. Er was zelfs nog brood over. De leerlingen haalden het eten dat over was op: het waren wel twaalf manden vol. Ze keken elkaar aan: "We waren toch minstens met 5000 mensen!"

Dit is het Woord van God.
Kinderen: Wij danken God

Artikelen in dit thema Achttiende zondag door het jaar A