Volg ons op facebook
Achtentwintigste zondag door het jaar A
Zin in een feest?
Wat trek je aan?
Op tafel ligt een groen kleed. Er staat een kaars op en de Bijbel ligt klaar.
Ook hangen er aan hangertjes een paar setjes kleding voor allerlei gelegenheden, zoals een zwembroek of bikini, een judopak of voetbalshirtje, een spijkerbroek, een t-shirt, een mooie jurk of een pak met strikje, een pyjama, een overall of andere werkkleding. U kunt natuurlijk ook afbeeldingen gebruiken van internet.
Vraag aan de kinderen wanneer je welke kleding aantrekt. Probeer er samen achter te komen, waarom je bepaalde kleding bij bepaalde gelegenheden draagt.
Vertel zo nodig iets over de rol van kleding:
Kleding dient niet alleen om je lichaam te bedekken en te beschermen tegen de kou. Kleding kan ook een boodschap uitdragen.
Als je een politieagent tegen komt zonder uniform aan, dan weet je niet dat zij agent is.
Als je gaat voetballen dan kan je aan het shirt zien bij welke club je hoort.
Als je oude kleren aantrekt dat kan je lekker rommelen in huis en tuin.
Als je feestelijke kleren draagt, dan straal je ook een feeststemming uit.
Ook in de kerk kan je aan de kleding van de mensen op het priesterkoor zien welke rol ze vervullen.
Draai het ook eens om: in je bikini ga je niet naar oma en je judopak doe je uit in de klas.
Pyjama’s horen alleen op pyjamafeestjes, maar niet als je Sinterklaas viert op school.
Als de kinderen goed begrepen hebben dat kleding ook iets zegt over wat je doet, waar je zin in hebt, over wat je wilt en niet wilt, vertel dan het verhaal van vandaag uit de Bijbel in Gewone taal of lees de navertelling voor.