Volg ons op facebook
5e zondag van de Veertigdagentijd jaar A 2023
Wat is dood?
Begraven in Bijbelse tijden
De genezing van de blindgeborene op sabbat, het verhaal dat we vorige week lazen maakte de Joodse leiders al zeer gebrand op de arrestatie van Jezus. In het Evangelie van Johannes is de opwekking van Lazarus de laatste druppel voor hun snode plannen. Het verhaal eindigt met de zin: ‘Vanaf die dag overlegden ze hoe ze Hem zouden doden’. (Joh.11,53) Jezus weet dat Hij een groot risico loopt door terug te keren naar Judea, waar Hij ook al bijna gestenigd was in de tempel. Toch gaat Hij. Tegenstribbelend gaan zijn vrienden mee. Maar ook zij gaan. Ze geven zo inhoud aan een uitspraak van Jezus: “Er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden.” (Joh.15,13)
Daarmee worden we in de lezingen van de Veertigdagentijd langzaam maar zeker naar Goede Vrijdag toegeleid. We leren Jezus beter kennen en we zien hoe ver zijn liefde voor anderen ging.
Begraven in de Bijbelse tijden
Het was een gelovige plicht om alle doden te begraven in een ordelijk graf. Niet begraven, en daarmee een lichaam overgeven aan de wilde dieren, was een grove schending van deze plicht. In het bijbelboek Tobit kunt u lezen dat gelovige Joden zelfs hun leven waagden om anderen te begraven. Vanwege het klimaat werd er in de tijd van Jezus zo mogelijk dezelfde dag nog begraven. Dit gebeurde door een lichaam te zalven met Aloë olie vermengd met mirre en het vervolgens in doeken te wikkelen. Dan werd het lichaam in een rotsgraf gelegd. Als iemands lichaam was vergaan werden de beenderen elders op een kleinere plek herbegraven en werd het rotsgraf opnieuw gebruikt voor iemand anders.