Volg ons op facebook
3e zondag van de Veertigdagentijd jaar A 2023
Wat heb je nodig?
Jezus en de Samaritaanse
De eerste lezing van vandaag gaat over het volk dat in de woestijn dorst lijdt (Exodus 17,3-7).God zorgt voor dit volk. Hij is de gever van het water dat het volk in leven houdt. Met dit gegeven in het achterhoofd kunt u de evangelielezing begrijpen. Jezus reist door het gebied van de Samaritanen (die geen vrienden van de Joden zijn). Als je van Galilea naar Jeruzalem in Judea reist moet je door deze landstreek of je maakt een grote omweg. Dat laatste was overigens vanwege de verhoudingen tussen Joden en Samaritanen niet ongebruikelijk.
Jezus kiest ervoor toch door Samaria te reizen. Hij neemt een rustpauze bij een put die gegraven is boven een bron en vraagt een Samaritaanse vrouw om water. Er moet ‘dorst’ worden gelest. Diverse verhaallijnen komen uit op het punt dat het ‘lessen van dorst’ voor alle spelers in dit evangeliegedeelte tot de conclusie komen dat de ware dorst gelest kan worden door het besef dat Jezus de redder van de wereld is.
Zowel Joden als niet-Joden kunnen worden verlost van zonde en dood door het levend water te drinken.
In dit bijbelgedeelte uit Johannes waarin hij verhaalt over de ontmoeting van Jezus met de Samaritaanse vrouw komen een groot aantal zegswijzen voor die wij in onze taal gebruiken en ontleend zijn aan deze passage uit de Bijbel.
De zegswijze ‘levend water’ waarin wij stromend water bedoelen als in een rivier komt hiervandaan. Ook de zegswijze ‘God aanbidden in geest en in waarheid’ vindt zijn oorsprong in dit Evangelie.
Wanneer men de tijd rijp vindt om te oogsten zegt men: ’De velden zijn wit om te oogsten’. Deze uitdrukking gebruikt Jezus om zijn leerlingen aan te geven dat de tijd rijp is om te gaan oogsten. Rijpe tarwe wordt namelijk wit.
Ook de zegswijze:’de één zaait, de ander maait’ is gebaseerd op Jezus woorden: ‘Ik stuur jullie erop uit om de oogst binnen te halen van wat een ander heeft gezaaid.' (vs. 38)