Volg ons op facebook
Tiende zondag door het jaar B
Familie
zondag 9 juni 2024
Navertelling Marcus 3,20-35
De evangelielezing van vandaag is Marcus 3,20-35. Voor de jongste kinderen kan de navertelling gebruikt worden, voor wat oudere kinderen is de vertaling uit b.v. het Evangelieboek voor kinderen of de Bijbel in Gewone Taal ook heel goed te begrijpen.
Jezus en zijn familie
Jezus was geen timmerman meer. Hij was begonnen met vertellen over God. Gewoon dicht bij huis. Daar stond Hij aan iedereen die wilde luisteren te vertellen over Gods Koninkrijk.
Toen het tijd was voor de avondmaaltijd probeerde Hij thuis te gaan eten. Maar dat ging niet. Er waren teveel mensen die op Hem af kwamen. Zijn familie hoorde van andere mensen wat er gebeurde en ze besloten Jezus te gaan ophalen. Ze dachten dat Jezus helemaal gek geworden was.
De Schriftgeleerden, die speciaal voor Jezus uit Jeruzalem waren gekomen, zeiden zelfs dat Hij de duivel in zich had. Die zou Jezus helpen andere kwade geesten weg te jagen. Toen de Schriftgeleerden dit tegen Jezus zeiden, schudde Jezus zijn hoofd. “Waarom zou de ene kwade geest de andere wegjagen?”, vroeg Hij. Jezus legde uit wat Hij bedoelde met een paar voorbeelden. “Wanneer de bewoners van een land met elkaar vechten, dan zal er van dat land niets overblijven. De mensen maken het kapot. Met je familie is dat ook zo: als je ruzie hebt, en tegen elkaar strijdt, dan valt de familie uit elkaar.
Als de duivel dus tegen de kwade geesten vecht, dan wordt hij zwak.”
Jezus ging verder tegen de schrifgeleerden: “Luister goed, alles wat jullie verkeerd gedaan hebben wil God vergeven. Zelfs als je God beledigd hebt wil God je nog vergeven. Maar beledig de heilige Geest niet, want de heilige Geest zit in Mij. Die hebben jullie net de duivel genoemd. En dat kan nooit vergeven worden.”
Jezus’ moeder en broers kwamen aangelopen. Er zaten zoveel mensen om Jezus heen dat ze niet naar Hem toe konden gaan. Ze stuurden iemand naar binnen om Hem te roepen. Die zei tegen Jezus: “Uw moeder en broers staan buiten en roepen U”. Jezus keek de mensen om Hem heen aan en vroeg: “Wie is mijn moeder, wie zijn mijn broers?” Hij keek de kring rond en zei: “Jullie zijn mijn familie, want iedereen die doet wat God wil, hoort bij mijn familie”.
Dit is het Woord van God
Kinderen: Wij danken God